Aspidochelone: ​​Het oude "zeemonstereiland" sleepte mensen naar hun ondergang

De mythische Aspidochelone is een legendarisch zeedier, afwisselend beschreven als een grote walvis of zeeschildpad, die zo groot is als een eiland.

De naam Aspidochelone is een combinatie van het Grieks aspi's (betekent ofwel "adelaar" of "schild"), en chelon, de schildpad. De vroegste verslagen van de Aspidochelone zijn terug te voeren op middeleeuwse bestiaria en literaire werken. Het wordt vaak afgebeeld als een gigantisch zeedier, dat soms lijkt op een walvis of een zeeschildpad, maar verschillende kenmerken heeft, zoals een stekelige schaal of met koraal bedekte rug.

Aspidochelone: ​​Het oude "zeemonstereiland" sleepte mensen naar hun ondergang 1
Krediet van het beeld: iStock

Er wordt gezegd dat de Aspidochelone een bedrieglijk uitnodigend uiterlijk heeft en zeilers lokt met zijn kalme en rustige wateren. Zeelieden die zich te dicht wagen bij wat volgens hen een eiland is, zouden hun schepen verankeren om te verkennen, maar ze kwamen vast te zitten op de rug van het wezen.

Als de matrozen eenmaal op hun rug zijn, duikt de Aspidochelone plotseling terug in de diepten van de oceaan en sleept de ongelukkige bemanning mee naar hun ondergang. Het wezen wordt vaak geassocieerd met een vraatzuchtige eetlust, die alles en iedereen op zijn pad verslindt.

Aspidochelone: ​​Het oude "zeemonstereiland" sleepte mensen naar hun ondergang 2
De eilandgesteunde schildpad. Afbeelding tegoed: iStock

De legende van Aspidochelone is door de eeuwen heen onderhevig geweest aan verschillende symbolische interpretaties. Sommigen geloven dat het de gevaren en onzekerheden van de zee vertegenwoordigt en zeilers waarschuwt voor de gevaren van de open wateren. Anderen zien het als een metafoor voor de aantrekkingskracht van bedrieglijke verleidingen, en waarschuwen ervoor niet in verraderlijke vallen te trappen.

De legende van de Aspidochelone is doorgegeven door generaties zeilers en is een onderdeel geworden van de maritieme folklore en nautische overlevering. Zeelieden vertelden tijdens hun reizen verhalen over het wezen en herinnerden elkaar eraan om voorzichtig te zijn en waakzaam te blijven op zee.

De mythe van de Aspidochelone heeft door de eeuwen heen ook talloze kunstwerken en literatuur geïnspireerd. Het is verschenen in middeleeuwse manuscripten, schilderijen en literatuur met een maritiem thema, waardoor het zijn plaats in de culturele geschiedenis verder verstevigde.

Aspidochelone: ​​Het oude "zeemonstereiland" sleepte mensen naar hun ondergang 3
De Aspidochelone, uit een manuscript uit 1633 in de Deense Koninklijke Bibliotheek. Afbeelding tegoed: Wikimedia Commons

In bijbelcommentaren komen zeemonsters zo groot als eilanden voor. Basilicum van Caesarea in de zijne Hexameron zegt het volgende over de “grote walvissen” (hebreeuws tannin) die genoemd worden in de vijfde dag van de schepping (Genesis 1:21):

De Schrift geeft ze de naam groot, niet omdat ze groter zijn dan een garnaal en een sprot, maar omdat de grootte van hun lichaam gelijk is aan die van grote heuvels. Dus als ze op het wateroppervlak zwemmen, ziet men ze vaak als eilanden verschijnen. Maar deze monsterlijke wezens bezoeken onze kusten en kusten niet; ze bewonen de Atlantische oceaan. Zo zijn deze dieren gemaakt om ons met angst en ontzag te treffen. Als je nu hoort zeggen dat de grootste schepen, varend met volle zeilen, gemakkelijk worden tegengehouden door een heel klein visje, door de remora, en zo krachtig dat het schip lange tijd stil blijft liggen, alsof het midden op zee wortel heeft geschoten, zie je dan niet in dit kleine schepsel een soortgelijk bewijs van de macht van de Schepper?

De Pseudo-Eustatius Commentaar op de Hexameron verbindt deze passage met Aspidochelone genoemd in de Physiologus.

Een verwant verhaal is de legende van Jonah's Whale. Plinius de Oudere Natuurlijke geschiedenis vertelt het verhaal van een gigantische vis, die hij pristis noemt, van immense omvang.

De Arabische polymath Al-Jahizo noemt drie monsters die in de zee zouden moeten leven: de tannine (zeedraak), de Sarataan (krab) en de bala (walvis). Over de tweede (saratan) zei hij het volgende:

Wat de sarathan betreft, ik heb nog nooit iemand ontmoet die me kon verzekeren dat hij het met eigen ogen had gezien. Natuurlijk, als we alles zouden geloven wat zeelieden vertellen […] want ze beweren dat ze af en toe zijn geland op bepaalde eilanden met bossen en valleien en kloven en een groot vuur hebben aangestoken; en toen het monster het vuur op zijn rug voelde, begon het weg te glijden met hen en alle planten die erop groeiden, zodat alleen degenen die wisten te vluchten werden gered. Dit verhaal overtreft de meest fantastische en belachelijke verhalen.

Dit monster wordt genoemd in De wonderen van de schepping, geschreven door Al Qazwini, en in de eerste reis van Sinbad the Sailor in Het boek van duizend-en-een-nacht.

Een soortgelijk monster verschijnt in de legende van Sint Brandaan, waar het Jasconius heette. Vanwege zijn grootte zien Brendan en zijn medereizigers het aan voor een eiland en land om hun kamp op te slaan. Ze vieren Pasen op de rug van de slapende reus, maar maken hem wakker als ze hun kampvuur aansteken. Ze rennen naar hun schip en Brendan legt uit dat het bewegende eiland in werkelijkheid Jasconius is, die tevergeefs probeert zijn staart in zijn bek te steken.

Aspidochelone: ​​Het oude "zeemonstereiland" sleepte mensen naar hun ondergang 4
De bemanning van St. Brendan 'landt' op het walviseiland. Afbeelding tegoed: Wikimedia Commons

Een ander soortgelijk verhaal wordt verteld door het Oud-Engelse gedicht "The Whale", waar het monster verschijnt onder de naam Fastitocalon. Het gedicht heeft een onbekende auteur en is een van de drie gedichten in de Oud-Engelse Physiologus, ook bekend als het Bestiarium, in het Exeter Book - een grote codex van Oud-Engelse poëzie, vermoedelijk geproduceerd in de late tiende eeuw na Christus.

In de moderne tijd blijft de Aspidochelone de populaire cultuur beïnvloeden en verschijnt hij in verschillende vormen van media, zoals webseries, films en videogames. De blijvende erfenis dient als een bewijs van de blijvende kracht van mythische wezens in het boeien van de menselijke verbeelding.